Wacht eerst maar een paar dagen af. Het lijkt er namelijk op dat de tweede dip nodig is om e.e.a. van invloed te laten zijn op de troposfeer.Wilfried schreef: ↑17-02-2023 12:29Ik vraag mij oprecht af, hoe een best wel gunstige stratosferische- en MJO uitgangspositie zoals we die momenteel hebben, in de jaren '50 t/m '80 zou hebben uitgepakt. Zouden de LT kaarten toen wel goed gereageerd hierop hebben?? Hopelijk is AGW niet nu al de grote dwarsligger in dezen(@Paul en Sebastiaan, wat denken jullie?)
Stratosfeer 2022/2023
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
https://wcd.copernicus.org/articles/1/373/2020/
5 Impact on surface weather
Since each weather regime is associated with characteristic surface weather, the modulation of regime successions in the aftermath of an SSW by the tropospheric state at the time of an SSW might contribute to the marked variability in the surface impact. Hence, we here consider spatial composites of anomalies of 2 m temperature (T2m') and 500 hPa geopotential height (Z500') for the three groups of SSW events discussed in the previous sections (Fig. 4a–c) and for all SSW events (Fig. 4d) for days 0 to 25 after the SSW (Fig. A5 for days 25–50).
During SSWs dominated by GL around their onset, initially strongly positive T2m' values prevail over Greenland and the Canadian Archipelago, whereas western Russia and Scandinavia are anomalously cold, consistent with the anomalous ridge over Greenland and the low geopotential height anomalies over Scandinavia (Fig. 4a). With the subsequent progression of weather regimes – typically towards the cyclonic AT regime or EuBL – mild conditions are established throughout central Europe from a lag of 20 d onwards. This is in stark contrast to the negative NAO phase and the associated cold conditions that are commonly expected as the canonical response to SSWs over Europe (Butler et al., 2017; Kolstad et al., 2010; Domeisen et al., 2020a).
For SSWs that are dominated by EuBL around their onset, cold anomalies prevail over northern Europe, albeit also extending over large parts of central Europe (Fig. 4b). They peak at −4 to −6 K around lags beyond 20 d, which corresponds well with the occurrence of the GL regime. Note that negative T2m' values in the composite for all SSWs are much weaker (see Fig. 4d). The associated retrogression of initial positive Z500' over the eastern North Atlantic to Greenland along with a strengthening of negative Z500' over the southeastern North Atlantic around lag 15–25 d is striking. Furthermore, GL is associated with warm anomalies over Greenland and eastern Canada.
Finally, as expected by the varied regime succession for the SSWs with cyclonic regimes at their onset, composite T2m and Z500 anomalies are weaker for these events (Fig. 4c). Thus, the canonical response of surface temperature (i.e., the composite for all SSWs, Fig. 4d) is the result of averaging over – in important regions opposing – temperature anomalies for SSWs with GL, EuBL, or a cyclonic regime around the onset.
5 Impact on surface weather
Since each weather regime is associated with characteristic surface weather, the modulation of regime successions in the aftermath of an SSW by the tropospheric state at the time of an SSW might contribute to the marked variability in the surface impact. Hence, we here consider spatial composites of anomalies of 2 m temperature (T2m') and 500 hPa geopotential height (Z500') for the three groups of SSW events discussed in the previous sections (Fig. 4a–c) and for all SSW events (Fig. 4d) for days 0 to 25 after the SSW (Fig. A5 for days 25–50).
During SSWs dominated by GL around their onset, initially strongly positive T2m' values prevail over Greenland and the Canadian Archipelago, whereas western Russia and Scandinavia are anomalously cold, consistent with the anomalous ridge over Greenland and the low geopotential height anomalies over Scandinavia (Fig. 4a). With the subsequent progression of weather regimes – typically towards the cyclonic AT regime or EuBL – mild conditions are established throughout central Europe from a lag of 20 d onwards. This is in stark contrast to the negative NAO phase and the associated cold conditions that are commonly expected as the canonical response to SSWs over Europe (Butler et al., 2017; Kolstad et al., 2010; Domeisen et al., 2020a).
For SSWs that are dominated by EuBL around their onset, cold anomalies prevail over northern Europe, albeit also extending over large parts of central Europe (Fig. 4b). They peak at −4 to −6 K around lags beyond 20 d, which corresponds well with the occurrence of the GL regime. Note that negative T2m' values in the composite for all SSWs are much weaker (see Fig. 4d). The associated retrogression of initial positive Z500' over the eastern North Atlantic to Greenland along with a strengthening of negative Z500' over the southeastern North Atlantic around lag 15–25 d is striking. Furthermore, GL is associated with warm anomalies over Greenland and eastern Canada.
Finally, as expected by the varied regime succession for the SSWs with cyclonic regimes at their onset, composite T2m and Z500 anomalies are weaker for these events (Fig. 4c). Thus, the canonical response of surface temperature (i.e., the composite for all SSWs, Fig. 4d) is the result of averaging over – in important regions opposing – temperature anomalies for SSWs with GL, EuBL, or a cyclonic regime around the onset.
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
WCD - The role of North Atlantic–European weather regimes in the surface impact of sudden stratospheric warming events (copernicus.org)
Figure 4Surface impact for SSWs with (a) Greenland blocking, (b) European blocking, and (c) cyclonic regimes around the SSW onset, as well as (d) for all SSWs. Shading indicates the composite 2 m temperature anomalies, with stippling (hatching) indicating significance at the 25 % (10 %) level. Blue contours correspond to geopotential height anomalies at 500 hPa in intervals of 50 gpm (geopotential meters). Negative values are dashed. The fields are averaged over 5 d between lags 0 and 25 d with respect to the SSW central date. Note the different scales for temperature in (a)–(c) and (d). The 2 m temperature anomalies are detrended and deseasonalized using 9-year and 21 d running mean filters.
We hebben dus European Blocking nodig rond de start van de SSW. We zien nu Cyclone setting. Die levert niet echt.
Maar in de laatste dagen van februari komt de volgende aanval op de poolwervel. Leidend tot een nieuwe SSW. Dan wel met European Blocking.
Figure 4Surface impact for SSWs with (a) Greenland blocking, (b) European blocking, and (c) cyclonic regimes around the SSW onset, as well as (d) for all SSWs. Shading indicates the composite 2 m temperature anomalies, with stippling (hatching) indicating significance at the 25 % (10 %) level. Blue contours correspond to geopotential height anomalies at 500 hPa in intervals of 50 gpm (geopotential meters). Negative values are dashed. The fields are averaged over 5 d between lags 0 and 25 d with respect to the SSW central date. Note the different scales for temperature in (a)–(c) and (d). The 2 m temperature anomalies are detrended and deseasonalized using 9-year and 21 d running mean filters.
We hebben dus European Blocking nodig rond de start van de SSW. We zien nu Cyclone setting. Die levert niet echt.
Maar in de laatste dagen van februari komt de volgende aanval op de poolwervel. Leidend tot een nieuwe SSW. Dan wel met European Blocking.
Re: Stratosfeer 2022/2023
Heb ik gedaan, inclusief een drietal andere zeer relevante studies. Kun je wel nog eenmaal de toegankelijkheid van jouw link toelichten? Ik heb een alternatieve link toegevoegd.Sebastiaan schreef: ↑17-02-2023 16:13https://agupubs.onlinelibrary.wiley.com ... 20RG000708
Paul kun je deze in de openingspost zetten. M.i. beste artikel over SSWs. Dank
De SSW evolueert begin maart naar een diepe stratosferische opwarming, reikend tot 50 hpa of lager.
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
Maandag 20 februari 2023
Krachtige SSW (‘Sudden Stratospheric Warming’) boven de Noordpool. Effecten op het weerbeeld op de lange(re) termijn in onze streken zijn nog niet duidelijk.
In de stratosfeer heeft zich boven de Noordpool een buitengewoon krachtige opwarming voltrokken. Op circa 30 kilometer hoogte (op het 10 hPa-vlak) is de temperatuur op en rond Sint Valentijn in korte tijd gestegen naar +1 graad. Dat is meer dan 50 graden boven normaal! Dit fenomeen, dat bekend staat als een ‘Sudden Stratospheric Warming’ (SSW) is geen uitzonderlijk verschijnsel. Van iedere drie winters zijn er twee met een ‘SSW-event’
Een SSW kan gevolgen hebben voor de atmosferische huishouding in de troposfeer. Een door de SSW verzwakte en/of uit positie gebrachte stratosferische poolwervel (‘Stratospheric Polar Vortex’) heeft na enige tijd niet zelden invloed op de poolwervel (tussen 5 en 10 kilometer hoogte) en dus ook op de sterkte en het karakter van de straalstroom. Koude vrieslucht uit de poolstreken kan daardoor delen van Noord-Amerika, Europa en Azië overspoelen. Bij een krachtige SSW gaat het hart van menig winterliefhebber dan ook sneller kloppen. In 2018 leidde een sterke SSW tot de verlate winter van eind februari/begin maart. Zelfs op de Amsterdamse grachten werd toen geschaatst.
Echter: lang niet iedere SSW heeft een impact op het stromingspatroon en luchtdrukverdeling in de troposfeer. Of en op welke wijze dat nu wel gaat gebeuren is nog niet duidelijk, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat we er helemaal niets van gaan merken. Een teken aan de wand is dat belangrijke weermodellen, zoals het ECMWF en het Amerikaanse GFS, aansturen op een imposante hogedrukblokkade aan het einde van de maand boven onder meer de Noorse Zee. Deze ontwikkeling brengt een noordoostelijke stroming op gang waarmee koude continentaal polaire lucht wordt aangevoerd. Vooralsnog gaat het om een kortdurende koude fase: begin maart (of op 28 februari) loopt het kwik alweer op. Of het daarna opnieuw gaat afkoelen zal binnenkort moeten blijken. Ook in de Verenigde Staten staat het een en ander te gebeuren. Ik kom daar later vandaag, op de pagina Weerpraatje op terug.
Bericht van Jan Visser.
Krachtige SSW (‘Sudden Stratospheric Warming’) boven de Noordpool. Effecten op het weerbeeld op de lange(re) termijn in onze streken zijn nog niet duidelijk.
In de stratosfeer heeft zich boven de Noordpool een buitengewoon krachtige opwarming voltrokken. Op circa 30 kilometer hoogte (op het 10 hPa-vlak) is de temperatuur op en rond Sint Valentijn in korte tijd gestegen naar +1 graad. Dat is meer dan 50 graden boven normaal! Dit fenomeen, dat bekend staat als een ‘Sudden Stratospheric Warming’ (SSW) is geen uitzonderlijk verschijnsel. Van iedere drie winters zijn er twee met een ‘SSW-event’
Een SSW kan gevolgen hebben voor de atmosferische huishouding in de troposfeer. Een door de SSW verzwakte en/of uit positie gebrachte stratosferische poolwervel (‘Stratospheric Polar Vortex’) heeft na enige tijd niet zelden invloed op de poolwervel (tussen 5 en 10 kilometer hoogte) en dus ook op de sterkte en het karakter van de straalstroom. Koude vrieslucht uit de poolstreken kan daardoor delen van Noord-Amerika, Europa en Azië overspoelen. Bij een krachtige SSW gaat het hart van menig winterliefhebber dan ook sneller kloppen. In 2018 leidde een sterke SSW tot de verlate winter van eind februari/begin maart. Zelfs op de Amsterdamse grachten werd toen geschaatst.
Echter: lang niet iedere SSW heeft een impact op het stromingspatroon en luchtdrukverdeling in de troposfeer. Of en op welke wijze dat nu wel gaat gebeuren is nog niet duidelijk, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat we er helemaal niets van gaan merken. Een teken aan de wand is dat belangrijke weermodellen, zoals het ECMWF en het Amerikaanse GFS, aansturen op een imposante hogedrukblokkade aan het einde van de maand boven onder meer de Noorse Zee. Deze ontwikkeling brengt een noordoostelijke stroming op gang waarmee koude continentaal polaire lucht wordt aangevoerd. Vooralsnog gaat het om een kortdurende koude fase: begin maart (of op 28 februari) loopt het kwik alweer op. Of het daarna opnieuw gaat afkoelen zal binnenkort moeten blijken. Ook in de Verenigde Staten staat het een en ander te gebeuren. Ik kom daar later vandaag, op de pagina Weerpraatje op terug.
Bericht van Jan Visser.
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
De messen worden geslepen
Re: Stratosfeer 2022/2023
Downwelling begint op gang te komen, op 60 N echter nog minder duidelijk.
De tweede golf van de SSW in beeld.
De tweede golf van de SSW in beeld.
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
In mijn bericht van 17 februari, zie je dat de tweede SSW samenvalt met hogedruk in de troposfeer op een gunstige plek. Dat moet de downwelling een flinke push geven.
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
Ook bij EC46 dubbele dip 
-
Sebastiaan
- Berichten: 12295
- Lid geworden op: 31-12-1977
Re: Stratosfeer 2022/2023
Langdurige fase 7, 8