Winter 2018

Discussieer mee over alles wat met het weer, weerkunde en de wereld eromheen te maken heeft
Dick
Berichten: 3298
Lid geworden op: 31-05-1994

Het scheelt een jas....

Bericht door Dick » 06-03-2018 21:55

Gisteren de binnenvoering uit mijn werkjas gehaald. Vanmiddag die jas helemaal uitgetrokken. Het is weer even wennen. We zijn nu in de fase van laagjes aantrekken en afpellen beland. Heel gebruikelijk in de lente, ook in de herfst. Op de fiets heen naar het werk is het fris, terug juist zacht.
Zowel vandaag als gisteren heb ik nog op het ijs gestaan bij het maaisel ruimen en wilgen knotten. Het duurt altijd even voor ijs is weggedooid. Ik denk dat het koude smeltwater ook isoleert en de smelt vertraagt. Onhoudbaar op den duur natuurlijk.

Gert
Berichten: 1774
Lid geworden op: 31-12-1992

Re: Winter 2018

Bericht door Gert » 10-03-2018 09:29

Bij ons een koude februari maar in het hoge noorden super zacht. Zie hieronder informatie afkomstig van de site van Jan Visser


Historische warmte in Noord-Groenland
Groenlands meest noordelijke meetpunt, Kap Morris Jesup op de 83ste breedtegraad, heeft de zachtste februari en de zachtste winter uit de meetreeks achter de rug. Het februarigemiddelde bedroeg -18,5 tegen normaal -32,9º. Een anomalie van maar liefst 14,4º dus. De meteowinter kwam uit op -23,3 tegen normaal -30,9º. Zulke cijfers hakken er in!

Ko
Berichten: 5914
Lid geworden op: 08-06-2013

Re: Winter 2018

Bericht door Ko » 10-03-2018 10:10

En dat terwijl we hier een wintermaand al superkoud vinden als het maandgemiddelde net onder nul eindigt!

Dan stelde februari 1956 met ruim -6 gr nog weinig voor.
Dan stelde winter 1963 met gemiddeld ruim -3 gr nog weinig voor.

Wat een verschil in definitie!
De winters waren mooi, heel vroeger.

John
Berichten: 7852
Lid geworden op: 31-10-1980

Re: Winter 2018

Bericht door John » 10-03-2018 10:40

Ko schreef:En dat terwijl we hier een wintermaand al superkoud vinden als het maandgemiddelde net onder nul eindigt!

Dan stelde februari 1956 met ruim -6 gr nog weinig voor.
Dan stelde winter 1963 met gemiddeld ruim -3 gr nog weinig voor.

Wat een verschil in definitie!


Dat is op zich natuurlijk ook zo. Een wintermaand onder nul is in Nederland opvallend, in Polen een klimatologisch gemiddelde.

Zeer lage gemiddelde temperaturen in de winter zijn het gevolg van statische koude. Stel dat de weersituatie van 4 maart 2005 zich gedurende een reeks van dagen kon handhaven, dan hadden we zomaar 3,4,5,6,7 nachten op een rij met strenge tot zeer strenge vorst. Dat brengt je gemiddelde snel omlaag.

Bovendien is het nogal donker in de winter in het hoge noorden, er is geen weerkundig dag- en nachtritme. Dus eenmaal -30 graden, het is al vlug -30 het etmaal rond.
Laatst gewijzigd door John op 10-03-2018 10:49, 1 keer totaal gewijzigd.

Adwin
Berichten: 539
Lid geworden op: 17-02-2013

Re: Winter 2018

Bericht door Adwin » 14-03-2018 08:34

Het 'vingertje opwarming' lijkt soms vooral na kouderecords te worden opgestoken. http://www.melkvee.nl/economie/nieuws/12046/vijf-winters-op-rij-zonder-officiele-strenge-vorst
Laatst gewijzigd door Adwin op 14-03-2018 08:34, 1 keer totaal gewijzigd.

Sebastiaan
Berichten: 12244
Lid geworden op: 31-12-1977

Re: Winter 2018

Bericht door Sebastiaan » 21-03-2018 12:15

Voorbije winter bewijst nut seizoensverwachtingen
RvdB heeft tijd gevonden voor een nieuw verhaal. Dit keer staat de winterverwachting centraal met daarbij wat aandacht voor reactionair gedrag in het meteowereldje.
http://www.weer.nl/nieuws/detail/2018-03-21-voorbije-winter-bewijst-nut-seizoensverwachtingen/

‘Jullie weten geen eens hoe het weer morgen wordt. Wat voor zin heeft het dan om nog verder vooruit te willen kijken?’ Het is een opmerking die meteorologen vaak te horen krijgen. Toch is er altijd een fascinatie geweest voor lange termijnverwachtingen. En als de afgelopen winter één ding heeft bewezen, dan is het dat er een duidelijke basis is voor seizoensverwachtingen.

Mensen van rond de 50 of ouder herinneren zich het vast nog wel. Als je vroeger de weersverwachting voor vandaag en morgen had gezien of beluisterd, dan kwam overmorgen er nog bij. Verder ging het verhaal niet. Of je moest de verhalen van Hans de Jong of Jan Pelleboer lezen. Zij refereerden nog weleens aan de toen ook al beschikbaar langere termijnmodellen van de diverse weermodellen. De ‘Amerikanen’ wezen dan op een winterinval, maar ‘Bracknell’ en ‘Offenbach’ wilden er nog net aan. Laat staan ‘Reading’. Ze keken maximaal 5 dagen vooruit.

Verandering stuit op verzet
Het zou nog even duren voordat die langere termijn ook in de verwachtingsteksten van het KNMI zou doordringen. Meteen geaccepteerd werd de uitbreiding van de verwachtingstermijn ook niet. Volgers van weerberichten zijn vaak redelijk conservatief en zitten niet per se op veranderingen te wachten. Toen in 1986 Meteo Consult (de voorloper van het huidige MeteoGroup) werd opgericht, ontvingen de meesten deze ontwikkeling dan ook met de nodige terughoudendheid.

Datzelfde gold voor de technologische veranderingen die daarmee in gang werden gezet, zoals de ontwikkeling van MOS, een op statistiek gebaseerde nabewerking van verwachtingsgegevens die tot een absolute vlucht leidde van plaatsgebonden weersverwachtingen. Voor ieder punt kon nu een verwachting worden gemaakt. Ook meteorologen waren eerst sceptisch, maar inmiddels is het systeem zo goed dat je als meteoroloog van goeden huize moet komen om de verwachting zelf nog beter te maken. Was Meteo Consult misschien wel de eerste die dit systeem op grote schaal inzette, inmiddels is het gemeengoed in de gehele weerwereld. Je zou je ook niet meer voor kunnen stellen dat je niet meteen een verwachting voor je vakantieplaats zou kunnen opvragen.

De Pluim
De volgende stap was het uitbreiden van de verwachtingstermijn, eerst naar 5 dagen, later zelfs 10 dagen. En inmiddels kun je steeds vaker ook al redelijk gedetailleerde verwachtingen voor 14 dagen vooruit vinden, waarbij de betrouwbaarheid in de tijd natuurlijk wel steeds verder afneemt. Een grote sprong voorwaarts was het beschikbaar komen van EPS-gegevens, ofwel de ‘Pluim’ die ook door steeds meer consumenten geraadpleegd wordt. Verwachtingen tot 10 dagen vooruit werden eerst, zoals bij iedere vernieuwing in de meteorologie toch wel gebruikelijk, met de nodige argwaan bekeken. Inmiddels kan het gebeuren dat mensen, terwijl er buiten nog geen winterweer of ijs te bekennen is, al in de winkel staan om schaatsen te kopen. Omdat de pluim laat zien dat we over een dag of 10 op de schaats zullen staan. En vaak gebeurt dat dan ook. Zulke zaken waren ondenkbaar. Er komt ontegenzeggelijk steeds meer vertrouwen in verwachtingen voor de lange termijn.

En dan nu seizoensverwachtingen
Een volgende stap, een bijna onvermijdelijke stap, is het proberen te maken van seizoensverwachtingen. Er wordt de laatste jaren steeds meer mee geëxperimenteerd, ook door de meteorologen van MeteoGroup, in nauwe samenwerking met de experts van World Climate Service in Amerika. En ook nu staan – soms prominente – meteorologen op de rem. Net als de 5-daagse van toen, de MOS en de EPS, roepen ook seizoensverwachtingen in het meteorologische wereldje weerstand op. Toch is het experimenteren ermee al wijdverbreid. Alle grote weerrekencentra werken eraan, door hun computers ver vooruit te laten rekenen en vervolgens de trends eruit te pikken. Deze manier van verwachten wordt ook wel de digitale aanpak genoemd.

Een andere methode is gestoeld op het zoeken naar aanwijzingen in het weer dat geweest is. Als het patroon van de afgelopen maanden lijkt op dat van een periode in het verdere verleden, dan kunnen we op basis van de gegevens van toen zien hoe het destijds verder ging. Ook zo’n benadering, die de analoge methode wordt genoemd, kan gegevens over het verdere verloop van het weer in de nabije toekomst opleveren. Vele experts houden zich tegenwoordig met deze methode bezig.

Basis in de meteorologie
En dan is natuurlijk nog de meteorologie zelf. De kennis over weersystemen neemt toe, evenals de kennis over de factoren die een rol spelen bij het ontstaan, verplaatsen en weer verdwijnen van weersystemen. Veel ervan hebben we op deze site al weleens benoemd. Zo hebben verdelingen van zeewatertemperaturen grote invloed op het heersende luchtdrukpatroon. Die temperatuurverdelingen veranderen voortdurend en datzelfde geldt voor de invloed die ze op ons weerpatroon uitoefenen. Hoe beter we die combinatie weten te beschrijven, hoe groter de kans is dat we in staat zijn patronen in het weer voor een langere tijd vooruit te voorzien.

Belangrijke drijvers van het weer – afgezien van het water – zijn de zon, windpatronen in de atmosfeer, sneeuw en ijs en allerlei cycli die op diverse plaatsen op aarde voorkomen. En natuurlijk misschien wel de belangrijkste van allemaal, omdat hij weerpatronen in een paar dagen tijd totaal op zijn kop kan zetten: de plotselinge en heftige opwarming van de stratosfeer boven het Noordpoolgebied, de SSW. Maandag hebben we er op deze site nog over geschreven.

Het leggen van een puzzel
Als de winter van 2018 één ding heeft bewezen, dat is het dat er een basis is voor seizoensverwachtingen. Het maken ervan is als het leggen van een puzzel. Eerst moet je proberen te benoemen wat volgens jou de belangrijkste drijvers van het weer zijn in de maanden waarvoor je de verwachting maakt. Het is dan de kunst uit te vinden hoe ze op elkaar in zullen werken, met behulp van alle digitale en analoge technieken die ons daarbij tegenwoordig ter beschikking staan. Focus hierbij niet op één drijver, zoals vaak nog gebeurt, maar probeer het hele pakket tot zijn recht te laten komen. Met in het achterhoofd de meteorologische werkelijkheid dat de ene winter de andere niet is (en dat er altijd drijvende factoren zijn die zoveel invloed hebben dat ze daarmee boven de natuurlijke grilligheid van het weer uit stijgen) kun je vervolgens uitspraken proberen te doen.

Dat is precies wat bij MeteoGroup en door de experts van World Climate Service wordt geprobeerd. En dit jaar met behoorlijk succes. Want al in september 2017 werd voorzien dat de kans groot was dat de winter van 2018 voor een groot gedeelte door een zachte westcirculatie gedomineerd zou worden. In werkelijkheid was dat in december en januari ook het geval. Tegelijkertijd werd verwacht dat er wel tegelijk ruimte was voor een late winter in februari. Ook die is er gekomen, nadat zich boven de Noordpool een sterke SSW had voorgedaan. Met uiteindelijk een grote invloed.

Domweg proberen
Een basis voor seizoensverwachtingen is dus zeker aanwezig, zo is ook nu weer bewezen. Om het te leren, moet je het domweg proberen en er zo ervaring mee opdoen. Net zoals toen de 5-daagse verwachting, de MOS en EPS werden geïntroduceerd. Alleen op die manier help je de meteorologie verder. Ook al moet je daarbij af en toe tegen de stroom van scepsis en behoudendheid in varen

Paul
Berichten: 1022
Lid geworden op: 31-12-1979

Re: Winter 2018

Bericht door Paul » 21-03-2018 17:03

Succesvol deze winter ja (hoewel, de argumentatie kon beter), maar is deze winter dan meteen het bewijs dat er een basis is voor seizoensverwachtingen?

Één goede winterverwachting is niet genoeg om de vaak terechte scepsis weg te nemen, ook niet bij mij. Meteogroup, kom met cijfers. Laat een periode van vijf of tien winters zien (liefst langer, maar dat zijn ze al zo lang bezig?) met de gemiddelde trefkans en de afwijking. Als daar geen statistiek beschikbaar is, kom dan met een kwalitatieve analyse, over een langere periode. Welke winters hadden een goede verwachting en welke niet?

Sceptisch ben ik ook omdat de zomerverwachting dit jaar ronduit zwak was. Een citaat:

'Nu hebben de experts van WCS op allerlei manieren met deze invloeden gespeeld. Verder hebben ze de verwachtingen van de grote rekencentra zoals ECWMF en NCEP (die ook seizoensverwachtingen maken) erbij gepakt en zijn vele vergelijkingen gemaakt tussen de drukverdeling, zoals we die in de aanloop naar deze zomer hebben gezien, en die in jaren uit het verleden waarvan we weten dat het er richting de zomer ongeveer hetzelfde uitzag. De uitkomst was verrassend: hoe je voor de komende zomer ook met die invloeden speelt, op de één of andere manier komt het er steeds op uit dat hogedrukgebieden deze zomer in Europa de dominante systemen zullen worden. Over de exacte plaats ervan, kun je discussiëren, maar dat ze er komen, lijkt vrijwel onontkoombaar.'

http://www.weer.nl/nieuws/detail/2017-06-13-zomer-warm-en-droog-of-niet/

Tot de 13e juni was de zomer erg droog, Reinout verwacht een voortzetting van deze trend. In zijn verdere verhaal roept Reinout zelfs associaties op met 2003 en 2006, toen de warmte door de droogte ook een zelfversterkend effect had. Het blijkt allemaal behoorlijk anders gelopen te zijn. De zomer van 2017 was weliswaar warm (17,7 tegenover 17,0 graad), maar buiten de eerste drie weken was de temperatuur normaal. Verder was de zomer vrij zonnig en aan de natte kant. Het algemene patroon van de zomer wijkt belangrijk af van de verwachting:

Afbeelding

Extreme stellingen vragen extreem bewijs. Dat levert Meteogroup niet. Daarom blijf ik sceptisch, hoewel ik het wel prijs dat men actief bezig is met de problematiek van de seizoensverwachting.
Laatst gewijzigd door Paul op 21-03-2018 18:04, 1 keer totaal gewijzigd.

Sebastiaan
Berichten: 12244
Lid geworden op: 31-12-1977

Re: Winter 2018

Bericht door Sebastiaan » 26-03-2018 12:31

Met dank aan Hans.
Afbeelding
Laatst gewijzigd door Sebastiaan op 26-03-2018 16:06, 1 keer totaal gewijzigd.

Marcel
Berichten: 668
Lid geworden op: 31-12-1995

Re: Winter 2018

Bericht door Marcel » 01-04-2018 15:40

Mooi, dat is Durgerdam, denk ik?

De maand Maart is in 2018 kouder dan januari én kouder dan december geworden.
Wintergemiddelde 2018 was 3,7 graden, op basis van 3 koudste maanden wordt dat 3,4.
Grafiek met alle wintergemiddelden sedert 1707 op basis van de 3 koudste
maanden geeft dit beeld:
http://makkerma.home.xs4all.nl/weer/Winter gemiddelde 3 koudste maanden -1707 - heden.png
Sommige winters scoren op basis van 3 koudste maanden dan beduidend kouder dan op basis van dec-jan-feb, waaronder enkele bekende winters:
winters als (tussen haakjes het dec-jan-feb gemiddelde):
1789 -3,1 (-1,9)
1740 -2,0 (-1,1)
1845 -2,8 (-1,8)
1942 -2,2 (-1,5)
1986 0,5 (1,5)
1987 0,6 (1,5)
2013 2,1 (2,9)
Winters van 1789 en 1845 behoren met 1830 en 1963 dan tot de allerkoudste.
let op de winter van 1990: die was met 6,0 destijds en ruime uitschieter boven de toendertijd zachtste winters van 1975 (5,5) en 1989 (5,6) maar over de 3 koudste maanden komt die op 5,4; en de winter van 1975 was met 4,7 over de 3 koudste maanden zo zacht nog niet. Dat maakt de uitschieter van 2007 (6,5) nog groter, dat blijft nl 6,5.
2016 komt dan op 4,9 i.p.v. 6,3. 2014 wordt op basis van de 3 koudste maanden na 2007 de zachtste met 6,0 graden - niet vreemd die 0,0 koudegetal voor 2014 dus.

Dick
Berichten: 3298
Lid geworden op: 31-05-1994

Re: Winter 2018

Bericht door Dick » 02-04-2018 09:47

Je moet ergens een grens trekken, maar je ziet wat er gebeurt als je die grenzen verlegt. Is statistisch wel interessant om de drie koudste maanden te nemen ipv de officiële meteorologische wintermaanden. Ik vraag me af wat er gebeurt als je hetzelfde ‘trucje’ toepast op warme zomers, bijvoorbeeld als je die kille augustusmaand van 2006 schrapt.
Met Hellmannhetallen is het van hetzelfde laken een pak. Worden officieel vastgesteld in de periode 1 november tot en met 31 maart. Zowel in 1911 als in 1986 kwamen in april nog negatieve ermaalgemiddeldes voor, die dus niet meetelden. November 1980 liet zien dat, in theorie, eind oktober al Hellmannetjes gescoord zouden kunnen worden. Dat scheelde toen maar drie dagen.

Plaats reactie