Bij het KNMI had ik al nagevraagd, maar ze zullen wel gedacht hebben, komt er weer zo'n amateur zeuren over iets waar wij heel veel tijd en aandacht aan besteed hebben.
"Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Het grappige is dat na de soap van Warnsveld er weer een eventuele nieuwe lange soap ontstaat! WMO mag de 40 + temperaturen niet goedkeuren
"Hoofdstuk 1: De theorie
Vanuit de WMO3
zijn er eisen gesteld aan het meten van de luchttemperatuur. Die eisen
zijn o.a. dat er op een hoogte tussen 125 cm en 200 cm gemeten wordt, over een bereik
van -60°C tot +60°C. Omdat de kans klein is dat in Nederland temperaturen voorkomen
onder de -30°C of boven +40°C is het meetbereik voor de 1.5m luchttemperatuur op de
KNMI meetstations begrensd op die waarden. De vereiste nauwkeurigheid in de gemeten
luchttemperatuur bedraagt ±0,1°C. De extremen dienen aan dezelfde eisen te voldoen:
vereiste nauwkeurigheid van ±0,1°C, ofschoon WMO voorschriften een onzekerheid van
±0,5°C toestaan(1).
§ 1.1 Meteorologische sensoren "
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Bij Metrohm hebben ze die schotelhutten in ieder geval niet. De daar gepresenteerde zien er anders uit.
Ze verkopen wel ook fijnstofmeetapparatuur, "voor in bijvoorbeeld kantoren die aan de snelweg liggen".
Dat zal je wel goed kunnen meten als de detectie pas boven 0.3 um (diameter) begint.
Verkooppraatjes...
Ze verkopen wel ook fijnstofmeetapparatuur, "voor in bijvoorbeeld kantoren die aan de snelweg liggen".
Dat zal je wel goed kunnen meten als de detectie pas boven 0.3 um (diameter) begint.
Verkooppraatjes...
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Dat had ik twee bladzijden terug al opgemerkt, wel de aandacht erbij houden!Gerben schreef: ↑16-06-2020 16:17Het grappige is dat na de soap van Warnsveld er weer een eventuele nieuwe lange soap ontstaat! WMO mag de 40 + temperaturen niet goedkeuren
"Hoofdstuk 1: De theorie
Vanuit de WMO3
zijn er eisen gesteld aan het meten van de luchttemperatuur. Die eisen
zijn o.a. dat er op een hoogte tussen 125 cm en 200 cm gemeten wordt, over een bereik
van -60°C tot +60°C. Omdat de kans klein is dat in Nederland temperaturen voorkomen
onder de -30°C of boven +40°C is het meetbereik voor de 1.5m luchttemperatuur op de
KNMI meetstations begrensd op die waarden. De vereiste nauwkeurigheid in de gemeten
luchttemperatuur bedraagt ±0,1°C. De extremen dienen aan dezelfde eisen te voldoen:
vereiste nauwkeurigheid van ±0,1°C, ofschoon WMO voorschriften een onzekerheid van
±0,5°C toestaan(1).
§ 1.1 Meteorologische sensoren "
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Hier koopt het KNMI de thermistoren die op die schotelhut zitten. Misschien ook de andere apparatuur
https://www.bb-sensors.com/en/
https://www.bb-sensors.com/en/
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Niet de leverancier van de schotelhutten volgens wat ik op de website ziet.
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Ze gebruiken pt500 en die staan niet in het assortiment.Gerben schreef: ↑16-06-2020 16:50Hier koopt het KNMI de thermistoren die op die schotelhut zitten. Misschien ook de andere apparatuur
https://www.bb-sensors.com/en/
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
Dit heb ik vanmiddag ergens gelezen
De thermistor die gebruikt wordt in de veldopstelling is van de firma B+B ThermoTechnik, Donaueschingen (Duitsland). De thermistor is van het typeTS-NTC-103A en heeft als specificaties dat de weerstand bij 25°C 10,0kΩ ± 0,5% is. Verder heeft de thermistor een bereik van -60 tot +150°C.
3
World Meteorological Organization (zie www.wmo.int)
De thermistor die gebruikt wordt in de veldopstelling is van de firma B+B ThermoTechnik, Donaueschingen (Duitsland). De thermistor is van het typeTS-NTC-103A en heeft als specificaties dat de weerstand bij 25°C 10,0kΩ ± 0,5% is. Verder heeft de thermistor een bereik van -60 tot +150°C.
3
World Meteorological Organization (zie www.wmo.int)
Re: "Historische hittegolven ten onrechte geschrapt door het KNMI"
3. KNMI Pt-500 sensoren
Historie
Het is niet bekend wanneer het KNMI begonnen is met temperatuurmeting met platina
thermometers, maar vermoedelijk is dat al rond 1960 geweest. Er zijn in het archief nog
tekeningen van Pt-sensoren uit 1957. In die jaren werd temperatuur veelal gemeten met
kwikthermometers, en op een beperkt aantal stations (vliegvelden, De Bilt) met
platinathermometers en hand-meetbruggen14. De platinasensoren werden in huis
vervaardigd met glazen elementen type P7A van Degussa. De handmeetbruggen werden
rond 1976 vervangen door een electronische meetbrug (ontwerp Schoen). Het ontwerp
werd in 1982 verbeterd door Bijma[8]. Deze meetbruggen zijn nog op enkele plaatsen in
gebruik waar gemeten wordt met SIAM’s van de tweede generatie.
In 1987 is besloten de glazen elementen te vervangen door keramische elementen. De
elementen zijn destijds door de firma Tempcontrol geleverd onder het typenummer Pt-
500/65J. De eerste batch van 100 elementen is besteld op 13-09-1989. Op 6 juli 1990 is
een tweede batch van 100 stuks besteld, waarbij een intentieverklaring is meegestuurd
voor de levering van nog eens 100 stuks in december 1990. Of dat ook is gebeurd is niet
meer te achterhalen. Al deze elementen hebben een tolerantie van 1/3 DIN.
Omdat die specificatie onvoldoende is voor een nauwkeurigheid van 0.1 °C over de hele
meetrange zijn veel daarvan inmiddels afgekeurd.
In latere jaren werden volgens opgave van het IJKlab elementen bijbesteld met een
nauwkeurigheid van 1/10 DIN, maar daarover zijn geen gegevens terug te vinden.
Mogelijk gaat het om de elementen vanaf nr. 185.
In 2010 werd een deel van de thermometers omgebouwd door de firma Langkamp in
Wijk bij Duurstede. Daarbij werden de elementen uit oude thermometers van het
Gladheids Meld Systeem van Rijkswaterstaat ingebouwd in bestaande capillairs.
Deze sensoren zijn destijds gemaakt bij Tempcontrol op basis van KNMI-specificaties. De
daarin gebruikte elementen zijn vermoedelijk ook gespecificeerd op 1/3 DIN, want de
ijkcurves komen overeen met die van oudere KNMI-sensoren. Een deel van de
afgekeurde sensoren is inmiddels voorzien van een element uit een GMS-sensor, en weer
opnieuw in gebruik genomen. Glaselementen worden sinds 1989 niet meer toegepast.
Alle elementen zijn nu van het draadgewonden keramische type.
Tempcontrol was dus de oorspronkelijke leverancier en er zijn geknutselde exemplaren die natuurlijk uitvoerig gekalibreerd zijn in het ijklab van het KNMI.
Historie
Het is niet bekend wanneer het KNMI begonnen is met temperatuurmeting met platina
thermometers, maar vermoedelijk is dat al rond 1960 geweest. Er zijn in het archief nog
tekeningen van Pt-sensoren uit 1957. In die jaren werd temperatuur veelal gemeten met
kwikthermometers, en op een beperkt aantal stations (vliegvelden, De Bilt) met
platinathermometers en hand-meetbruggen14. De platinasensoren werden in huis
vervaardigd met glazen elementen type P7A van Degussa. De handmeetbruggen werden
rond 1976 vervangen door een electronische meetbrug (ontwerp Schoen). Het ontwerp
werd in 1982 verbeterd door Bijma[8]. Deze meetbruggen zijn nog op enkele plaatsen in
gebruik waar gemeten wordt met SIAM’s van de tweede generatie.
In 1987 is besloten de glazen elementen te vervangen door keramische elementen. De
elementen zijn destijds door de firma Tempcontrol geleverd onder het typenummer Pt-
500/65J. De eerste batch van 100 elementen is besteld op 13-09-1989. Op 6 juli 1990 is
een tweede batch van 100 stuks besteld, waarbij een intentieverklaring is meegestuurd
voor de levering van nog eens 100 stuks in december 1990. Of dat ook is gebeurd is niet
meer te achterhalen. Al deze elementen hebben een tolerantie van 1/3 DIN.
Omdat die specificatie onvoldoende is voor een nauwkeurigheid van 0.1 °C over de hele
meetrange zijn veel daarvan inmiddels afgekeurd.
In latere jaren werden volgens opgave van het IJKlab elementen bijbesteld met een
nauwkeurigheid van 1/10 DIN, maar daarover zijn geen gegevens terug te vinden.
Mogelijk gaat het om de elementen vanaf nr. 185.
In 2010 werd een deel van de thermometers omgebouwd door de firma Langkamp in
Wijk bij Duurstede. Daarbij werden de elementen uit oude thermometers van het
Gladheids Meld Systeem van Rijkswaterstaat ingebouwd in bestaande capillairs.
Deze sensoren zijn destijds gemaakt bij Tempcontrol op basis van KNMI-specificaties. De
daarin gebruikte elementen zijn vermoedelijk ook gespecificeerd op 1/3 DIN, want de
ijkcurves komen overeen met die van oudere KNMI-sensoren. Een deel van de
afgekeurde sensoren is inmiddels voorzien van een element uit een GMS-sensor, en weer
opnieuw in gebruik genomen. Glaselementen worden sinds 1989 niet meer toegepast.
Alle elementen zijn nu van het draadgewonden keramische type.
Tempcontrol was dus de oorspronkelijke leverancier en er zijn geknutselde exemplaren die natuurlijk uitvoerig gekalibreerd zijn in het ijklab van het KNMI.