Verrassend nieuws van Antarctica. Drie maanden geleden lazen we berichten dat er extreem zachte lucht over het continent uitgestroomd was. Dat gebeurde tussen 15 en 21 maart. De zachte lucht drong door tot bovenop de ijskap van Oost-Antarctica, en op sommige plaatsen leverde dat een anomalie op tot bijna 40 graden! Dat was een record op wereldschaal. Op het midden van de ijskap bleef de temperatuur ruim onder 0, maar aan de noordrand (aan de kant van Australië) werden langs de kust temperaturen gemeten van een eindje boven 0.
Naar nu blijkt heeft de zachte, maar vooral ook vochtige lucht geleid tot een enorme sneeuwdump. De totale massa van de ijskap steeg daardoor tussen half maart en half april met 335 Gigaton. Dat is meer dan twee keer het 'normale' jaarlijkse massaverlies van Antarctica. De gegevens zijn te vinden op de site van de NASA (Vital Signs). Het langjarige massaverlies is hierdoor een stuk verminderd. Dr NASA vermeldt nog 152 Gigaton per jaar, maar ik kom nu uit op ca 120 Gigaton per jaar, vanaf het begin van de metingen.
Hoe bijzonder is dit feit, en wat is een normale waarde voor april? Om dit na te gaan heb ik uitgerekend wat steeds het massaverschil is tussen twee opeen volgende maanden. Dit is het laatste stukje van de tabel. De meetserie begint in 2002, maar er zitten hiaten in. Het massaverschil is natuurlijk alleen uit te rekenen als er gegevens van twee opeenvolgende maanden beschikbaar zijn.
Tenslotte heb ik de gegevens geordend per maand. We zien dan in welke 'range' de toename of afname in die maand kan vallen. Dat levert een interessant beeld op. Er is niet één jaarcyclus, maar er zijn twee pieken en twee dalen. Waarschijnlijk lopen de cycli van de afkalving (massaverlies) en sneeuwval (massa aanwas) langs elkaar heen.
In april is gemiddeld een aanwas van ca. 100 Gigaton. Dit jaar was dat dus 235 Gt méér. Het is te hopen dat de ijskap hier een belangrijk deel van kan vasthouden. Een deel van de gevallen sneeuw kan verloren gaan doordat het met de harde wind van de ijskap afgeblazen wordt.
