.

[Ted]

.

[Gerben]

Inderdaad jammer dat de treksnelheid van de randstoring zo hoog was. Of was die treksnelheid ook medebepalend voor de hoge windsnelheden?

[Gerard]

Ik vermoed van niet, want als de storm met 20 km/uur verplaatst dan is hij al in 1 dag 480 km verderop, veel sneller ging het ook niet denk ik.
OK, 120 + 20 km/uur is misschien toch net dat verschil, maar ik vraag me af of je het zo mag bekijken.

[Gert]

Ted. Zover ik weet gaat men in de klimatologie van stormen uit van het uurgemiddelde en niet van een 10-minutengemiddelde. De storm behoort tot de zware stormen omdat er een uurgemiddelde is gemeten van windkracht 10. Er liggen nu eenmaal criteria aan ten grondslag.

[Gerard]

Het voordeel van een uurgemiddelde is dat het vergelijkbaar blijft met een veel langere reeks voorgaande jaren, immers, vroeger werd niet een gemiddelde per 10 minuten bepaald.

[Dick]

Je moet ergens grenzen trekken. Piekt het kwik even op +0,1 gr dan mag je geen ijsdag bijschrijven. Helaas pindakaas!! Zonder strenge criteria kun je het weer niet goed kwantificeren, alleen maar kwalificeren. "ja, het heeft héééél hard gewaaid!", daar heb je niets aan ;-)

[Edward]

In convectieve situaties komt er over 10 minuten ook af en toe storm of zelfs zware storm voor, zeer lokaal. Zo was dat bij de extreme windstoten in Hansweert ook. Er is toen nergens schade gemeld, maar toch zou er dan een zware storm zijn geregistreerd. Over 10 minuten is gewoon te kort, omdat dat soort situaties dan ook meegenomen worden in een lijst van zware stormen. Overigens had Vlissingen in 1944 een orkaan en zijn er 2x uurgemiddeldes van 32 m/s en 2x uurgemiddeldes van 31 m/s waargenomen in ons land, waarbij er in 1976 over 10 minuten ook een orkaan stond. Het is dus best mogelijk dat we nog eens een orkaan krijgen die ook echt uurgemiddeld 12 beaufort haalt.

[Adrie]

Dat zijn definities van de klimatologie. En die zijn nogal arbitrair. De NOAA gebruikt bijv maximale 1-minuut gemiddelden om de windkracht te benoemen. Ten aanzien van het effect (schade) is dat veel realistischer dan een uurgemiddelde. Het gebruik van het uurgemiddelde heeft een maritieme oorsprong, oorspronkelijk werd de windkracht afgeschat aan de toestand van het zeeoppervlak. Om een bepaalde toestand van het zeeoppervlak te verkrijgen moet de wind enige tijd staan.

[Gerard]

en als ie dan gaat liggen resteert ons de deining. Kunnen we zien dat het er flink gewaaid heeft.

Klopt ook niet altijd trouwens want soms is er al deining voordat de wind er is. Zo weet ik als ik 's winters 's avonds buiten kom en de branding kan horen (ca. 5 km verderop) dat het dan gauw gedaan is met de vorstperiode. Er is nog een lage inversie aanwezig door de koude bevroren grond (en eventueel doordat het helder is) waardoor het geluid ver draagt en er is ook veel deining, maar nog geen westen wind. Die wind zit (veel) verderop ergens boven de Noordzee, maar is landgericht.