
We kennen de trend van de laatste decennia dat de zomer gemiddeld bekeken afscheid heeft genomen van de talrijke Atlantische regengebieden, die door golfvorming en slepend karakter neerslag van betekenis konden brengen over een groot gebied. Er is niets uitgesloten, maar de kansen zijn kleiner geworden.
Afgelopen weekend zagen we warme en veel vochtige lucht over Frankrijk. Vroeg of laat komen we deze zomer vanzelf een keer in maritiem tropische lucht. Soms zijn hierin forse buien mogelijk die voor hoge neerslagsommen kunnen zorgen, maar dan moet het allemaal precies goed uitkomen. We moeten dan niet geplaagd worden door inversies, die zorgen dat potentieel niet aangesproken kan worden.
In anticyclonale polaire lucht is de kans op neerslag van betekenis nihil.
Wat het ook lastig maakt is uitwerking van neerslag op een flink uitgedroogde bodem.
Stel nu dat juni en juli elke nacht 2 mm geven. Overdag is het zonnig en warm. Dan brengen de maanden samen 122 mm in de meter. Dat toplaagje vocht verdwijnt elke dag meteen door wind en zon. De droge grondlaag tussen 5 en 30 cm snoept er niet van.
Stel nu dat er in juni op de 5e en 25e beide keren 30 mm valt in een nacht.
En in juli herhaalt zich dat proces met twee keer 31 mm in een nacht, op 5 en 25 juli. Dan brengen de maanden samen 122 mm Overdag is het elke dag zonnig en warm. De droge grondlaag tussen 5 en 30 cm snoept er wel van. Het is de wortelzone voor veel planten.
Het verschil in uitwerking is groot, de cijfers aan het einde gelijk.