Prima reactie. Ko. We zijn nu weer helemaal bij het topic.
Ook de 7 januariregel geeft inderdaad weinig kans op herhaling van winterse momenten verder in het seizoen.
Eerlijkheidshalve moeten hier wel de uitzonderingen zoals februari 1956 en winter 1997 genoemd worden. In februari 1956 wel kou, zonder koude momenten volgens de 7 januari criteria vooraf.
In 1997 antiwinter in de tweede helft, ondanks hoge kans op herhaling op grond van de wel actief geworden januariregel voor 7 januari.
Ook februari 2012 beantwoordde niet aan de 7 januariregel net als februari 1991.
Je hebt er dus niks aan.
. Vooral februari wil zich wel eens eigenwijs opstellen.
Voor de duidelijkheid hieronder nog een keer de uitleg omtrent de 7 januariregel.
Als er in de periode 1 december tot en met 15 december al sprake is geweest van een meridionale, dan wel puur tegendraadse aanvoer van een koude luchtsoort tot over Nederland, dan is op herhaling nadien groter dan 50%.
Als er in de periode 15 december tot en met 7 januari sprake is geweest van een meridionale dan wel puur tegendraadse aanvoer van een koude luchtsoort tot over Nederland, dan is de kans op herhaling na 10 januari 80 procent geworden.
Voor de duidelijkheid: een koude luchtsoort die aangevoerd wordt, houdt in dat het op 850hPa -10 en/of op 700hPa - 20 graden is. Lager mag ook.
Houdt een dergelijke luchtsoort langer dan drie achtereenvolgende dagen stand, dan zie ik een herhalingskans rond 90 procent.
Het gaat puur om de terugkeerkans. Een dergelijke luchtsoort leidt vaak tot winterachtig dan wel puur winter weer, maar een vorstperiode is ook dan nog niet vanzelfsprekend Bij voldoende verticale menging zijn maxima van +2 tot + 4 graden goed mogelijk. En wolken en wind kunnen afkoeling in de nacht knap tegen werken.
)