Zr. Ms. Adder (1875) was een Nederlandse rammonitor, die op woensdagavond 5 juli 1882 tussen 21.00-21.30 uur zonk op de Noordzee voor de kust van Scheveningen. Hierbij kwamen alle 66 opvarenden om (64 manschappen, een loods en een opvarende). http://nl.wikipedia.org/wiki/Zr._Ms._Adder
Wat waren de meteorologische omstandigheden?
Uit de jaarboeken heb ik Utrecht, Vlissingen en Den Helder gehaald.
De vraag is voor mij, had de commandant echt niet kunnen weten dat het weer ging veranderen? Als ik bij de gegevens kijk van Vlissingen, dan zie ik het volgende:
Op 4 juli 8u in de ochtend stond de barometer te Vlissingen op 760.68 mm, om 14u op 757.97, en om 20u 752.12. Op 5 juli 8u in de ochtend op 751.20. Al met al een flinke daling op de 4de. Is dat geen teken dat het weer kan gaan omslaan? En is enige stabilisering van de barometer, of zelfs een lichte stijging een indicatie dat het weer niet kan omslaan?
De commandant gaf 's morgens het sein om de haven van Ijmuiden te verlaten, na dagen van vrij zonnig, droog en rustig weer was het in de ochtend van de 5de zwaar bewolkt en het motregende zo nu en dan. In de loop van de ochtend en middag nam de wind in kracht toe en draaide naar zuidwest en later westzuidwest. Het schip kwam in problemen door de deining van de zee en tegengewerkt door vloed.
Uit de krant:
“Wat de Adder betreft, het schip stoomde Woensdag 11 [bedoelt wordt 5 juli], bij zuidelijken wind en flauwe koelte en motregen naar zee. Te ongeveer 12 des middags schoot de wind plotseling naar het WZW., met hevige kracht, zóó dat de regenwolken als weggevaad werden en een heldere zonneschijn alles verlichtte. Iedereen die het Poolschip Varna met de Dicksonhaven-reizigers vergezeld heeft, weet hoe hard het te 3 uur woei, toen die boot in zee stoomde”.
De onderzoekscommissie gaat in hun rapport in op de weeromslag in de loop van 5 juli.
“Het verslag van den heer van Hasselt leert ons dat de wind naar het Z.W. was geloopen, dus niet meer aflandig was, en het stijf woei, vergezeld van eene moeijlijke zee. Te 3 uren ging er aan Nieuwediep reeds eene hooge zee, en ten half vier was de zee te IJmuiden reeds zo moeijlijk, dat de sleepboot moeite had vóór het door deze geloodst wordend schip Nuovo Providence te blijven. Bovendien was er vloed doorgekomen. Inderdaad mag het verwondering baren da de Adder alstoen niet naar IJmuiden is teruggekeerd”.
Wellicht heeft de commandant teveel vertrouwd op een stabiele barometer in de ochtend? Of het fraaie weer van de dagen daarvoor? Vertrouwde hij er op dat het juli was? Is dat verstandig in het wisselvallige Nederlandse weer? Waren de beschikbare meteorologische gegevens genoeg indicatief om een weeromslag te verwachten?
Verder wil ik graag horen wat jullie interpretatie is van de synoptische ontwikkelingen op de kaart. Is de zeer lichte stijging van de barometer te verklaren. Passeerde er eerst een warmtefront (motregen) en daarna een koufront?
Bedankt!