Mist in het voorjaar

[Roland]

Bondgenoten, al enkele dagen zien we mistvelden op de Noordzee en de Duitse bocht. Vannacht is door een kleine winddraaiing (van oost naar noordoost) de mist het land opgetrokken. Zelfs zover dat alle drie provincies er hinder van hadden tot diep in de ochtend. KNMI blijft verwarrend over de voorspelling van vannacht en morgenochtend. In de quidance blijft de mist op zee, in de landelijke verwachting toch weer verwachtingen voor mist in het noorden. Wat maakt deze onzekerheid en over welke mistsoort hebben we het hier eigenlijk? Advectieve mist?

[Edward]

Ja. De mist lost niet op 's middags (terwijl je dat zo ver in maart wel verwacht), het zicht was vanmiddag in de Duitse Bocht nog steeds 0-2 km. En de verplaatsing het land op hing samen met de wind. Dus geen stralingsmist, maar inderdaad advectieve mist.

[Frans]

kan het geen zeevlam zijn? Vergeet nooit meer 2de pinksterdag vorig jaar. Ik stond aan de noordkant van het eiland in dichte mist uit zee te rillen van de kou, m'n zus met kinderen zat aan de zuidkant van het eiland (hemelsbreed 5 km verderop) in badkleding op het strand. Absurd verschil en mooie weerservaring om mee te maken.

[Edward]

kan het geen zeevlam zijn?

Ja, volgensmij is dat een typering van advectieve mist waarvan in dit geval deels sprake was ('s middags pas), die voorkomt langs de kust in het voorjaar. De mist wordt het land opgeblazen en lost dan uiteindelijk op als het ver genoeg landinwaarts komt, door de lagere relatieve luchtvochtigheid/hogere temperatuur boven land. Alleen 's ochtends als de temperatuur boven land ook nog laag is (en de relatieve vochtigheid hoog) komt de mist het land op en dan is er geen zeevlam, maar gewoon advectieve mist. Die situatie 's ochtends wordt volgensmij met de vraag bedoelt, en dan is er nog geen zeevlam. Maar dat kan zich dus wel ontwikkelen als instraling genoeg is boven land en daarmee de temperatuur oploopt (waardoor ook de relatieve luchtvochtigheid daalt, het dauwpunt blijft vrijwel constant).

[Gerard]

Momenteel zijn er veel condensatiekernen, door de luchtverontreiniging vanuit het oosten, hierdoor lost de mist moeilijker op. Het gevolg van het feit dat de albedo van mist toeneemt naarmate er meer condensatiekernen zijn. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw was dit effect sterker.